Tuesday, March 30, 2004

Krijgen

-
Krijgen is niet zo moeilijk;
loslaten is de kunst.
En dan te zien
dat wat je geeft
geen gunst is,
geen verliezen,

maar winst.

Monday, March 29, 2004

Spinsels

-
Zo grillig
zijn de spinsels
van de geest.

Zo gistig
om wat gisteren
is geweest.

Wantrouwig
in de gissing
om wat komen gaat.

Kronkelig
en desolaat.

Ontoombaar
als een beest.

Friday, March 26, 2004

Reuzen en Dwergen

-
Het is toch kolossaal, al die mensen die Juliana persoonlijk gekend hebben. Die één keer een voorstelling “mochten” bijwonen, waar zíj ook was, en die toevallig vooraan stonden en haar statieblik mochten ontvangen. En dat dat nou zomaar, onvervalst en integraal op de televisie wordt verteld. Dat wij, eenvoudige kijkers, van al die prachtige verhalen nou deelgenoot mogen zijn! Van die verhalen over hoe ze dit of dat zei, over haar eenvoud, over die fijne vrouw, die ook maar een gewoon mens was, net als u en ik. “Fijne vrouw”, ja. Ik heb het van de televisie. Van al die mensen die de koninklijke familie kennen als geen ander. Die via de bladen er, om zo te zeggen, kind aan huis zijn.
Wat is dat toch met die mensen die status denken te ontlenen aan hun geschurk tegen de groten der aarde? Waarom wordt er met zoveel trots verteld dat men de paus een hand heeft gegeven, of de schrijver Mulisch in de ogen heeft gekeken?
Worden dwergen even reuzen als ze zeggen een reus te hebben ontmoet? Is het dus toch die geschiedenis met dat pek? En moet dat dan van de daken geschreeuwd worden? Want zwijgen over beroemde relaties, dat kan natuurlijk niet.
Dus nu ga ik míjn verhaal vertellen. Want ik ken namelijk ook een paar reuzen. Echt waar!
Eén van hen is mijn schizofrene broer die van dag tot dag strijdt met het bestaan. Die na al die jaren vechten nog steeds zelfstandig woont, en die op de één of andere manier zin aan zijn treurige leven weet te geven. Híj is nog eens een kanjer van een reus!
En dan is er . . . .
Nee, over die andere reuzen vertel ik niet. Ik geloof niet dat zij dat prettig zouden vinden. Ik wil hun privacy niet schenden. Anders gaat het met hen dezelfde kant op als met Juliana. Deze houd ik voor mezelf.
Maar geloof me: ze zijn voor mij nóg fijner dan die fijne vrouw, die van ons allemaal is.

Ik zet de televisie dezer dagen maar even af.

Thursday, March 25, 2004

Cauliflower Auflauf ("Walk-up" or Gratin)

-
My mother used to cook cauliflower to bits, submerged in a swimming pool. The next day she would make a watery soup of the liquid. I learnt to hate cauliflower. This recipe had restored my love for it for its full, nutty flavour!

firm new potatoes
cauliflower
olive oil
cream
grated cheese
salt, pepper
optional: paprika powder, or grated nutmeg

Preheat oven to 200°C/400°F. Scrub and slice the potatoes and dowse them in olive oil and a little salt and pepper. Slide them into the oven on a shallow tray and cook until they begin to soften. Add the cauliflower florets, the cream and the grated cheese (mixed together), and the spices. Cook for another 15 to 20 minutes, till the cauliflower is done, but still firm.

Absolutely scrumptious!

Wednesday, March 24, 2004

De Poezenboom

-
Er staat een poezenboom in ’t park.
Drieëntwintig poezen liggen er
op drieëntwintig takken in de zon te soezen.
Roerloos laten zij zich strelen door de stralen
die zomaar uit de lucht over hen dalen.
Ze zijn te soezig om te snorren,
hun ogen spleetjes van genot.
De zon aait warm hun zachte velletjes.

De wind kijkt naar de luie poezenschare.
Hij voelt een vreselijke kriebel in zijn baard.
De hoekjes van zijn mond gaan onweerstaanbaar trillen.
Hij klemt zijn gniffelende tanden op elkaar.

Een vetrode kater knijpt één oog op een kier.
De anderen dromen door in tomeloze wellust.

Dan laat de wind zijn lachspieren los in een giechelende zucht.
Drieëntwintig ogenparen trekken verstoord een wenkbrauw op.
Drieëntwintig koppen speuren naar de oorzaak van de klucht,
de snorharen waakzaam spits naar achteren gekruld.

De wind wendt zich weer af en lacht in zijn vuistje.
De koppen van de poezen vleien zich
één voor één op hun poten terug.

Dat was de prelude.

Nu richt de wind zijn kop op
en begint eerst echt plagend te blazen.
De poezen steken hun haren overeind
en slaan hun nagels in de bast van de boom.
Steeds harder stuiteren de windstoten in wilde smakken,
totdat de boom staat te sidderen op zijn wortels.
Woest worden de poezen door elkaar geschud.
Ze jammeren er lustig op los.
Ze mauwen radeloos.
Hun klauwen klampen angstig aan de takken.

’t Is vruchteloos.
De een na de ander stort over de rand.
Daar hangen ze als bruin verlepte blaren,
met opgewaaide haren, te zwiepen in de storm.
Ze janken en ze gillen om hun gekrenkte trots,
hun waardigheid te grabbel, graaiend in de lucht.
Snerpend klinkt hun jammerklacht over ’t park.
De mensen staan verschrikt te kijken.

Met bolle wangen waait de wind
zijn volle longen nog éénmaal langs hen uit.
Ze vallen pats–boem-kleng,
en hotel-botel, hutje-mutje naar omlaag.
En zie ze daar dan nu eens staan!
Een krijsend kluitje kijverij,
met hoge stekelige ruggen als bruggen
blazen ze elkander aan,
en sissen ze beschuldigingen.
“Jij likte aan je poot!”
“Jij liet je snorhaar trillen!”

De wind heeft zich weer neergelegd,
en ziet de ophef gnuivend aan.
De poezen komen langzaam tot bedaren,
nu hun haren niet meer averechts bestreken worden.

De rust keert weer, en ook de poezen
keren naar hun hemel terug.
Hooghartig klimmen ze omhoog
naar hun vertrouwde takkenboog.

Daar liggen ze dan opnieuw:
drieëntwintig poezen
op drieëntwintig plekken in de poezenboom.
Behaaglijk knorrend strekken ze zich uit.
Ze soezen in de stralen van de zon.
Ze liggen lui en loom.

De windvlaag wordt een droom.

Monday, March 22, 2004

Pennen Likken

-
Pennen
tikken
- elektronisch -
breisels
van mijn brein


Ze likken
en ze mennen
- tragikomisch -
geestesleidsels
tot refrein.


Ze verklikken,
ja, ze kennen
- haast demonisch -
konterfeitsels
vóór ze zijn.


Wennen
slikken
niet meer kikken.

Droom is
dat mijn twijfels
spinsels zijn.

Friday, March 19, 2004

The Future of Germany

-
The train is crowded with commuters. Workers are politely elbowing their way to a rare empty seat. Schoolboys are shouting at each other and horsing around.
A student is sitting in a corner, oblivious of all this, absorbed in his newspaper. He is reading one of Europe’s leading intellectual papers, Der Frankfurter Allgemeine. All small print in long columns of wisdom, hardly any pictures.
There is something calmly timeless about him. The quintessential student, his body a vessel for his thinking.
His eyes are licking at the words on the page, lapping up their underlying meaning. He is digesting them with his stomach-brain. They are building his mind-muscles.
This man will not stand on a rostrum making speeches. He will not move the world. This man’s future lies in a small room in an office, where he will do his research, year after year. With a shy grin for his colleagues, and a twinkle in his eye when he is making an all too subtle joke. He will be no more than an atom in the spine of a country.
The train stops at the station. Quietly he folds his newspaper and moves to the door with the other passengers, a knowing, inward smile on his face.
In him lies the future of Germany.

Thursday, March 18, 2004

Dichten is

-
Dichten is
durven zeggen
wat schuw
verscholen
ligt achter
de buitenschil

Wednesday, March 17, 2004

Planet Earth in a Shell

-
Travelling from Germany to Holland on the train
I met a lobster fisherman from Maine,
returning with his young adult daughter
from the ski slopes in Austria.

The month before
he had been touring Thailand.

Monday, March 15, 2004

Voorjaar

-
Nu reikt de zon
naar de toppen
van bomen.
Ze streelt er
de takken;
ze speelt er
haar licht
om de was tere
knoppen.

Nu valt de zon
in geel
naar de grond.
Ze trekt er
de spruiten
van bottende
pollen
naar buiten.

De crocus
blijft bolrond
geworteld
en aards.

Zijn bloem
vouwt zich
open,
gekromd
in zijn paars.

Friday, March 12, 2004

The Boy Mother

-
She had the voice of a teenage boy, low and breaking. And a thin, lanky body to match.
Walking behind the pram her whole air was trying to deny her motherhood. She would push the carriage a few feet in front of her, and look around as if this vehicle was no concern of hers. Until she had caught up with it. Then she would throw a stealthy look under the hood to check whether a new push was in order. It was. It almost always was.
The baby inside the carriage did not seem to mind. It lay looking at this strange creature that was its mother. And what a mother! Young and daring, a cigarette dangling from the corner of her lips.
This mother would keep all danger at bay! This mother would fight off all evil! With her young and agile body; with her low, boyish voice.
But there was no danger. Nor was there any evil to be seen.
The baby started to cry, hungry and lost. And the mother bent over the pram ever so tenderly.

Thursday, March 11, 2004

De Dichte Deur

-
Dorstig staan
haar planten
in de vensterbank.

Verlept hangen
haar kleren
in de kast.

Haar stoel
blijft kalend
leeg.

Nooit meer
rammelt haar sleutel
in het slot
van de dichte deur.

Tuesday, March 09, 2004

Weemoed

-
Op de nachten van weemoed
rust een vloek.
Ze woelen
als slangen
uit lang verschaalde tijden.
Verdomd. Verdoemd.
Verdaan.

Drijf ze in een hoek.
Laat ze gaan,
verlengend,
verlangend.
Verdrink ze in een boek
de duisternis in.

Weg! Weg!
Alleen
in een eenzaam bed.

Monday, March 08, 2004

Advocatenkantoor

-
In een groot statig pand in het stadspark is één van de tempels van Vesta gevestigd. Hier zetelen de priesters en priesteressen die de orakels van de godin verklaren aan de slachtoffers van het verstoorde huiselijk geluk die bij hen aankloppen. Hier nemen zij de biecht af en troosten zij.
Daartoe worden de heftige emoties gekneed en vervormd tot dorre dossiers. Zij worden opgeborgen in saai beige hangmappen en weggestopt in dof grijze, metalen archiefkasten, die alleen piepen bij het open en dichtdoen van de deuren, en het uittrekken van de zware pakketten langs de geleiders. Verder doen ze er het zwijgen toe. Bij hen zijn de hevig oplaaiende gemoederen veilig weggesloten, wachtend op een verder verloop.
Als een man en zijn vrouw hooglopende kijf met elkaar hebben, kunnen ze een beroep doen op de goochelkunsten van één van de rechtsdienaren in de tempel van Vesta aan het stadspark.
Dan worden de knetterende ruzies die hun huwelijksgeluk verstoren omgetoverd tot “duurzame ontwrichting”. Voor de duur van de louteringkuur krijgen ze een nieuwe naam. Ze worden “partijen” en hun scheldkanonnades worden vertaald in “een geding”.
Ook als een oude vader overleden is, en zijn drie zoons slechts een molen, een ezel en een kat heeft nagelaten, kan de jongste de billijkheid van het testament laten toetsen met behulp van deze rechtenmeesters.
Alleen moet er wel geofferd worden. En dat kan de arme pelgrim wel eens te begrotelijk zijn. In dit geval had de molenaarszoon maar afgezien van de rechtsgang.
In het deftige advocatenkantoor zijn muren en houtwerk verkoelend wit geschilderd. Het licht schijnt vervlakkend uit kille TL buizen aan de glad gestuukte plafonds.
Strakke grijze bureaus dienen tot altaars. De tempeldienaren rollen heen en weer op ergonomisch verantwoorde stoelen met wielen. Vestaalse maagden wichelen achter glazen schermen naar uitspraken van het orakel.

Saturday, March 06, 2004

The Silence Within

-
Hush now.

Listen
to the beating
of your heart
and be

content.



Amen.

Thursday, March 04, 2004

Sauerkraut and Bacon

-
Although almost vegetarian, I love this delicious recipe for sauerkraut.

slab of uncooked, unsmoked bacon,
mashing potatoes,
sauerkraut,
honey,
milk,
salt and pepper.

preheat oven to 150°C/300°F.
Put the bacon on an oven proof dish in the oven. Boil the potatoes, and add the sauerkraut towards the end. When done, mash them together with milk, salt and pepper.
Baste the bacon regularly, add some water if it starts to burn, and glaze it with honey towards the end.
Take the bacon out of the oven after about an hour and slice it. Mix the sauerkraut with the pan juices in the oven dish. Serve, topped with the baconslices.

Love it!

Wednesday, March 03, 2004

Moeders

-
Een moeder wordt begraven.
Ze werd getroffen in haar hoofd.
Een korte coma
dooft
haar ziel tot niet.
Zij zal nooit thuis meer komen.

Een moeder ligt verstervend teer:
Een ijle mot
die fladdert naar ’t verschiet,
dat zij tussen de bomen
boven haar beziet.

Een moeder keert weer
naar huis,
gekluisterd
aan haar karretje.
Haar ziel heeft kijf
jegens haar oud, weerbarstig lijf.


En wij – hun kinderen –
staan even stil
ons af te vragen
wanneer óns lichaam niet meer wil.

Tuesday, March 02, 2004

Foute Titels

-
A. en ik hebben wat titels bedacht voor keukenmeiden romans. Onze grote inspirator was natuurlijk Leni Saris.
Het voordeel van goed foute titels is dat ze zó veelzeggend zijn, dat je het werk zelf niet meer hoeft te lezen. Dat scheelt weer vele uren nutteloos geneuzel in een boek. Efficient, dus.

Hier komt-ie dan:

Toen Kwam Jij . . . Maar Ik Niet

De Deur Stond Open, Josephine

Een Nevel in de Mist

De beste Stuurlui Staan aan Mijn Kant

De Poppen aan het Dansen

Anouk, mijn Schaduwkabinet

Zoals de Brandende Zon . . .

Het Leven Maakt Mij Af

Kruisende Waarden (voor Balkenende)

Mijn Naam is . . . Haas

Gisteren is niet Vandaag

Duizend Kopjes Koffie

Een Uur in de Wind,
Een Dag in de Zon,
Een Leven in Nevel


Nou ja, dit is maar een graai uit onze onuitputtelijke voorraad!

Monday, March 01, 2004

Stempel

-
Een stempel
drukken,
desperaat,
een leven lang.

Totdat de stem
zijn pel verlaat
en zweven gaat
naar hoger hang.