Monday, December 11, 2006

De Verleiding

-
De jongeman sloeg een straatje in. Hector ging sneller lopen. Bij de ingang van de steeg bleef hij staan. Hoe hij ook tuurde, hij kon in het donker niets ontwaren. Ook geen stappen, geen geluid. Had hij het mis?
Over het water hing de grijze mist. Aan de overkant wist hij zijn huis, al kon hij het niet zien. Naast hem lonkte de nauwe doorgang, waar het stil bleef. Klam prikkelde het zweet over zijn buik. Hij had zich zeker vergist. Zijn hart klopte vast voor niets in zijn keel.
Er klonk geritsel van kleren. Dus toch? Snel wierp hij een blik naar de overkant vóór hij de duisternis indook. Een paar passen.
Stilte.
Voorzichtig ging hij verder. Zijn ogen konden slechts moeizaam aan de duisternis wennen. Maar er was wel iets. Een zweem van muskus streek langs zijn neus. Toen hoorde hij ademen, een zacht hijgen. Een fluisterende stem: “Hier. . . .” Had hij het goed gehoord? Gloeiend zwol de vochtige tinteling in zijn onderbuik. Hij deed nog een stap. “Hierheen. . . .”
Nu zag hij de donkere gestalte tegen de muur gedrukt met een lichte vlek waar zijn gezicht was. Hij voelde een hand die greep naar zijn arm, zijn borst. Het hijgen versterkte. Warm hijgen, kort en versneld. Maar het was niet de ander. Hij was het zelf. Hijgend om de schim die de gang versperde; die geurde naar muskus; die fluisterde; die naar hem over boog; wiens handen tastten over zijn rug.
Ver achter hem was de haven met zijn huis. Hij kon zich nog omdraaien. Maar tegelijkertijd blies de ademtocht langs zijn gezicht, omklemden de handen zijn billen. Wreven erover. Knepen erin.
Hikkend sprong de lucht terug in zijn keel, terwijl zijn onderlijf aarzelend het ritme zocht in de beweging van de ander.

No comments: