Monday, January 31, 2005

Fennel and Fish

-
Mix in a shallow ovenproof dish:
chopped red onion
chopped fennel bulbs
small tomatoes
salt, pepper, olive oil.

Roast in preheated oven (200ºC/400ºF) until soft. Lay over the vegetables:
a slab of white fish,
baste with the panjuices, sprinkle with salt and pepper. Cook for another 15 to 20 minutes. Serve over brown rice with a generous squeeze of lemon juice.

Friday, January 28, 2005

Het Portret

-
Hanna’s domein was beneden, waar de kinderen speelden en televisie keken. Waar ze ’s avonds aan de hoge tafel haar schoolwerk nakeek of zat te naaien. Ze liep alleen wel eens naar boven om de post op zijn bureau te leggen.
Toen ze er deze keer bleef rond hangen, wist ze niet precies waarom. Was het om iets dat hij gezegd had? Gisteren, of vorige week?
Het was er koud, omdat hij altijd uit zuinigheid de radiator dichtdraaide. Voorzichtig ging ze op zijn stoel zitten, de brieven nog in haar hand. Ze leunde naar achteren.
Keurig opgeruimd was het bureau. Een leeg houten vlak. Links de grote schemerlamp met de foto’s van haar en de kinderen: zijzelf en profiel, de kleine Flora op de arm; en een foto van de tweeling, smoezend op een bankje. De brievenweger en het bakje met pennen en potloden. De telefoon links vooraan. Rechts stond kil het gedoofde computerscherm waar het toetsenbord onder geschoven was.
Daarnaast het portret. Ze kende het wel, al had ze het nooit zo goed bekeken. Langzaam boog ze nu naar voren. Het was wat weggeschoven, net niet naast het computerscherm, maar ook niet erachter. Alsof het om een hoek loerde. Ze strekte haar arm ernaar uit en trok het naar zich toe.
In de zilverkleurige lijst zat de verbleekte foto van een jonge vrouw aan het roer van een zeilboot. Haar haren wapperden in de wind. Haar mond was half geopend, alsof ze iets zeggen wilde. Haar ogen lachten vrolijk vanachter het glas.
Ze zat met het lijstje in haar handen op de stijve stoel. Ze liet haar ogen gaan van de handen aan het roer, naar de verwaaide haren. Eén lok viel half over het gezicht. De lachende ogen keken triomfantelijk in de hare. Ze zag het geluk in het portret dat onaangedaan de kamer binnendrong. Eeuwig lachte de mond. Eeuwig spottend keken de ogen.
De vrouw op de foto maalde niet om haar. Ze was uit een andere tijd. Die nooit meer kwam, maar ook nooit wegging. Ze zat daar maar in de kou met de foto in haar handen, haar ogen geklonken in die van de vrouw, haar vingers die de lijst omklemden.
De lach die niet te wissen was. De kracht die er vanuit ging.
In één ruk stootte ze de bureaustoel weg terwijl ze overeind kwam. Met een klap smeet ze het portret met de vrouw op haar smoel. Het glas spatte brekend uiteen over het bureau. Daar lag ze dan: haar gezicht onzichtbaar naar beneden gedrukt tegen het bureaublad, de brede poot van het lijstje hulpeloos omhoog. Zijzelf steunde op haar armen voorover, haar lippen strak opeen geperst, haar natte ogen tot spleetjes geknepen.

Ze liep naar beneden om een veger en blik te halen. Weer terug veegde ze de scherven bij elkaar op het blik. Het lijstje was wat uit zijn voegen gewrikt. Ze hield het een ogenblik in haar handen. De foto lag er nog in, onbeschermd door het glas. Het gezicht van de vrouw had een kras gekregen, van haar wang het water op.
Ze legde het geschonden portret over de glasscherven heen.
Het was gedaan. Ze nam het blik op, maar bij de deur van de kamer bleef ze staan. Ze liep weer terug. Langzaam liet ze het blik zakken naar de kale ruimte midden op het bureau.

***

De rest van de dag ging alles als anders. Bart kwam thuis en stoeide met de jongens terwijl zij het eten kookte. Ze aten spaghetti, en lachten om de slierten die onhandig langs hun monden omlaag hingen. Hij bracht de kinderen naar bed, en las ze nog twee verhaaltjes voor, terwijl ze de vuile borden in de vaatwasser zette, en het koffieapparaat vulde.
Boven drukte ze een nachtzoen op de warme gretige wangetjes. “Nee, Jeroen, nu écht gaan slapen.”
Voor hem uit liep ze de trap weer af.
“Koffie?”
“Graag. Maar dan moet ik naar boven om de stukken voor de bestuursvergadering door te nemen.”
In de kamer spreidde ze het avondblad over de eettafel. Terwijl ze het opensloeg naar de binnenpagina, kraakte de trap onder zijn voeten. Zijn stap over de gang. De deur van zijn werkkamer open en dicht. Gestommel boven haar hoofd.
Ze boog zich naar de krant. Een kop op de binnenpagina boven een kolom geordende woorden.
De deur van de werkkamer ging nu weer open. Voetstappen die haastig de trap afdaalden. Ze draaide haar hoofd naar de andere pagina en staarde er naar.
“Hanna!”
Hij stond in de omlijsting van de deurpost met het blik stijf voor zijn buik. “Wat is dit? Heeft Fatma. . .?”
“Sorry. Ik was boven, en . . . . Het spijt me. Maar ik kan wel proberen . . . .”
“Laat maar!”
Hij was alweer weg. Ze hoorde hem in de keuken met zijn voet de deksel van de pedaalemmer opwippen. Kletterend kletsten de scherven tegen de metalen wand. Met een klap viel de deksel weer terug.
Daarna werd het stil. Ze drukte haar rug naar achteren, haar armen bungelend langs de leuning, en keek naar de lege deuropening. Het duurde. Haar ogen gingen terug naar de krant.
Toen ze weer opkeek, leunde hij met zijn elleboog tegen de stijl van de deur en streek zijn hand door zijn haar.
“Het geeft niet,” zei hij schor. “Trek het je niet aan. . . . Misschien is het wel beter zo. . . . Het is al zo lang geleden. . . .”
Langzaam trok hij zich terug uit de deuropening.
Ze sloeg een bladzijde om.

Tuesday, January 25, 2005

Green, White and Red starter

-
Decorate a plate with:
rucola
a drizzle of vinaigrette (olive oil, balsamico vinegar, musterd, salt, pepper)
crumbled goat's cheese
strips of roasted red pepper
another drizzle of vinaigrette
toasted pine nuts.

Simple!

Monday, January 24, 2005

Shyami Codipily

-
The newest link on my notice board is to the site of Shyami Codippily, who was in my Dutch class at the University of Maryland, came with us to Holland one summer, and instilled a passion for painting in me. I would never have believed I could actually do it! Thank you Shyami!

Friday, January 21, 2005

Mijn Dag

-
Je moet me niet vragen
hoe mijn dag is geweest.
Ik weet het niet meer;
hij kwam langs gesjeesd.

Ik stortte uit bed,
heb koffie gezet,
mijn e-mail gelezen,
wat zinnen geschreven.

De hond heeft gedold in het bos;
de kat de bank vol gekotst.
Ik heb thee gedronken,
een maaltijd gegeten.
Wat ik onthouden moest
ben ik vergeten.

Meer niet.
Dat was het.
Verder geen nieuws.

Thursday, January 20, 2005

De Achterban

-
De achterban
snapt er de ballen van.
Ze maken een pan
van ieder actieplan
van de politiek.
Dat komt ervan.

Want de achterban
luistert niet naar
de wijze woorden
van de voorzitter.
Ze fitten
en ze ziften muggen.
Ze rechten
niet hun ruggen.
Ze slechten
geen geschillen.

Dat komt ervan.
De achterban
heeft geen repliek
op actieplannen
van de politiek.
Ze snappen er
gewoon de ballen van.

Wednesday, January 19, 2005

The Winter of 1963



WHERE ARE THE WINTERS OF YESTERYEAR?


Rocks of frozen sea on the beach at Zandvoort


Driving on the IJsselmeer outside Enkhuizen

Tuesday, January 18, 2005

Toeval: de Ontmoeting

-
Het toeval wilde . . . .
Ga nou gauw! Toeval wil niet! Dat is zijn aard niet! Toeval is willoos, grillig, onbetrouwbaar.

Toen ik met twee treden tegelijk de trap naar het perron op kwam rennen floot de conducteur al. Ik kon me nog juist tussen de lichamen op het balkon wringen voor de deuren zich sloten. Hijgend vocht ik me een weg door de stampvolle trein. In de eerste klas was het rustiger. Daar had ik geluk.
Op een enkele stoel tussen het raam en het gangpad zat een vrouw verdiept in een stapel papieren. Op de lege plaats tegenover haar lag haar attachékoffer opengeslagen. Toen ik naast haar bleef staan, keek ze een ogenblik naar mij op. “O.” Ze klapte het deksel dicht en trok het koffertje van de bank. Ik nam haar uitnodigende glimlach dankbaar in ontvangst en zette mij neer.
Over de krant heen keek ik naar haar. De half toegeknepen ogen waarmee ze op het potlood kauwde dat ze dwars in haar mond gestoken had. De donkere golvende strengen haar waartussen ze de zachte lijnen van haar gezicht verborgen hield. Het maakte haar mysterieus en begeerlijk.
Ze voelde blijkbaar dat ik haar zat te bespieden, want ze keek op en schonk mij, geleidelijk en traag, een blik die onthutsend intiem was in de volte van de warm dampende coupé. Alsof ze me iets zeggen wilde waarvan ze wist dat ik het begrijpen zou. Alsof ik de enige was die dat zó begrijpen zou. Ik kon niet anders dan haar antwoorden met een lach, voordat ik mijn toevlucht weer zocht in het nieuws van die dag.
Toen de trein het laatste station binnen gereden was, liepen we achter elkaar naar de uitgang om besluiteloos naast elkaar op het perron te blijven staan. Wat nu?
“Kom,” hakte ik de knoop door. “We gaan iets drinken.”
Ze knikte instemmend. Al gauw zaten we tegenover elkaar in een klein kroegje twee straten van het station. Zij met een glas witte wijn, ik met een biertje. Ze praatte over haar kantoorwerk, en ik vertelde van de reis, waar ik juist van terugkeerde. Het was prettig en vertrouwd. Ik hoefde het haar niet te vragen: na een uurtje volgde ze me vanzelf naar het restaurant aan de overkant.
Haar ogen fonkelden in het kaarslicht. Haar gezicht lag niet langer verborgen achter haar haar. Ze gaf zich over aan het samenzijn. Alsof wij alleen waren, zonder andere tafels, zonder andere gasten, zonder obers die langs ons gleden.
“Wat zou jouw vrouw ervan vinden als ze wist dat je hier zomaar met mij zit te eten?” vroeg ze ondeugend.
“Ach, mijn vrouw is heel tolerant! En jouw echtgenoot dan? Mag je wel zo alleen op stap?”
“O nee! Mijn man is heel jaloers! Dit zou hij nooit goed vinden!”
Ze lachte uitdagend. Alsof het een spel was. Een spel dat ze graag speelde. Verrukkelijk, zoals ze met haar ogen mijn begeerte streelde. Mijn verlangen aanwakkerde.
Toen was het moment gekomen om naar huis te gaan. Ze stak de sleutel in het voordeurslot. Achter haar aan stapte ik het huis binnen. Ik ga haar de kans niet meer de sleutel op het rekje achter de deur te hangen. Begerig nam ik haar in mijn armen.
“Dag schat,” fluisterde ze, weldadig zuchtend in mijn oor. “Ik heb je zo gemist! Welkom thuis!”
Ik gaf de voordeur achter mij een fikse duw. Met een klap viel hij toe.
Dit was de toeval. De enige.

Monday, January 17, 2005

Zilveren Boom

-
Er staat een zilveren boom
voor het raam.
Zijn takken deinen
parelend
in het licht
van de straatlantaarn.

Thursday, January 13, 2005

Taal en Verbeelding

-
Fascinerend artikel vorige week in de NRC, over Dan Slobin die onderzoekt hoe de moedertaal de verbeelding stuurt. Tom.zutaten.nl vatte het artikel al voor me samen!

Internet Village

-
Quite friendly, the village, with chats in the street. “How are you?” “I saw you selling your webpaper. Nice. Very nice.”
Strangers see me exit my front door, and say kind words in a casual tone. But I don’t know if their eyes are blue, their skins brown. What they are wearing. I cannot put my hand on their shoulder and say, “Thank you.” All that has to be imagined. And most of it can’t.
It is a cool village. No sunshine, no shady trees. No bench in the park with bums drinking beer from a can. No leaves falling.
Not really a village. Just a virtual one.

Wednesday, January 12, 2005

Wisteria



Memories of a summer with the grandparents in Britanny.

Tuesday, January 11, 2005

Drom, zei de Daris

-
“drom, drom,”
zei de daris,
“als het niet waar is!
zie daar es
een biefstuk,
die klaar is;
warempel ook gaar is.
maar is
de sigaar? is
die niet wat krom?”
“krom, krom,”
zei de daris,
en draaide zich om.

Monday, January 10, 2005

Kaas in de Ban

Er is een nieuwe schijf van vijf uit. En -- als we het al niet wisten! -- de grote boosdoener is het verzadigde vetzuur: de gevaarlijke cholesterol verhoger. Jawel! Waar we al mee dood gegooid worden. Die om alle hoeken loert. Hij zit in koek en chocola, maar ook in roomboter, volle melk, en kaas. Zelfs rijst is nu taboe, en zilvervliesrijst is slechts gematigd toegestaan.
Waar halen ze het niet al vandaan? Hoe heftiger de wetenschap inzoomt op alle ingrediënten van onze voeding, hoe beter we van bovenaf bedisseld kunnen worden. De lol van lekker eten gaat er zo wel faliekant vanaf. En dat zal wel de bedoeling zijn. Geniet u nog van eten, mevrouw? Foei, foei! Daar gaan we snel eens wat aan doen!
Ik geloof het allemaal niet meer. Kom, ik neem nog lekker een bruine boterham met roomboter en kaas, en ga dan wandelen met de hond. O, pardon! Dat laatste is nou juist weer verplicht. Nou ja, verzadig ik mijn zure vet tenminste nog een beetje.

Friday, January 07, 2005

Chocolate Sauce

-
I'm not much of a dessert person, as you may have noticed, but this is an easy recipe.

Dissolve 6 rounded tablespoons of sugar in 1/4 pint of water (about 125 cc) over a low heat. Bring to the boil and simmer for one minute. Take off the heat. Whisk in 4 rounded tablespoons of cocoa until the sauce is smooth. Allow to cool, stirring now and then until it thickens. Delicious over vanilla ice cream and fruit.

For warm chocolate sauce: melt dark chocolate au bain marie, stir in double cream and/or milk to loosen. Serve over above! Equally delicious.

Thursday, January 06, 2005

Giro 555

-
Híer regent het.

Dáár sleurt de zee
miljoenen levens stuk.

Verstilde blikken
staren leeg van tranen
over de puinhopen.

Nederland stort
op giro 555.

Wednesday, January 05, 2005

Tuesday, January 04, 2005

Zwijgen

-
Met al dat gepraat van mij
doe ik er nu mijn zwijgen bij.

Monday, January 03, 2005

Tabula Rasa

-
There is something comforting in taking down the decorations after Christmas. We’ve put them up with such zest and enthusiasm: a bow here, another sprig of holly there. They’ve been the backdrop of festive celebrations among warm family and friends. Now it’s all over, behind us, forever past. The tree can be dismantled, the baubles and stars put in boxes to be stored in the attic. A vacuum cleaner roars loudly while it picks up the last needles.
This is how our mothers and grandmothers must have felt while they were doing their spring cleaning. Content in cleansing the home to get ready for a fresh start. Throw out the old stuff! This is a new beginning! Tabula rasa!

Saturday, January 01, 2005

Lap

-
Lap was de hond der honden. Sneu voor de dieren die na haar kwamen. Ze zijn tenslotte ook heel lief geweest. Maar ja, geen Lap.
Ze kwam bij ons uit het asiel in Amerika toen ze 5 maanden was. P. en ik hadden haar samen uitgezocht. Maar ze mocht niet direct mee. Eerst moest nog worden bekeken of ons huis wel geschikt was. En of we wel een omheinde tuin hadden. Want anders ging het feest niet door.
Nu woonden we riant, nogal een overgang na ons flatje in Gouda. Dus dat was wel in orde, en een hek om de tuin hadden we ook.
Toen ik Lap een paar dagen later ging halen, was ze uitgelaten van blijdschap. Ze wilde maar niet op de achterbank blijven. Ze wilde met me knuffelen, me omhelzen, aflikken. Kreunend en zwiepend en kwijlend hing ze over de leuning in mijn nek. Ik heb de auto aan de kant van de weg gezet, en we hebben even heel heftig elkaar de liefde verklaard. Toen was het goed. Ik mocht weer verder, en zij ging rustig op de bank liggen.
Bij thuiskomst was er natuurlijk een heleboel te ontdekken. Nadat we zo een tijdje bezig waren geweest om aan elkaar en de nieuwe omgeving te wennen, liet ik haar in de omheinde tuin en ging aan het werk.
“Woef!” bij de voordeur. Hoe kon dat nou? Hekjes niet goed dichtgedaan? Alles nog eens gecontroleerd. Lap weer in de tuin.
“Woef!” bij de voordeur. Want ja, zo’n hek. Dat was maar 1.50 hoog. Daar spring je natuurlijk zó overheen!
Lap kwam en ging naar eigen believen, struinde de hele buurt af, samen met de buurhonden, die ook al maling hadden aan hekken, en had een luizenleven! Ze is 17 jaar bij ons geweest. Veel hebben we met haar meegemaakt. Ze ging altijd met ons mee met vakantie, want asiels, daar had ze een broertje dood aan.
Ze deelde onze vreugde toen we kinderen kregen, en waakte over ze.
En toen ze uiteindelijk dood ging, hebben we haar begraven op de plek, waar ze in later jaren altijd lag uit te kijken naar de konijntjes, die ze in haar jeugd zo fanatiek najoeg. Want dat verdien je dan wel!