Wednesday, February 04, 2004

Meneer en Mevrouw



Ze hangen naast elkaar
gescheiden door de schouw.
Links zit meneer,
rechts mevrouw.

Vanuit hun ver verloren bestaan
zien zij ons minzaam aan.
Zij zijn van een vervlogen leven.
Wat deert hun nu ons jachtig streven?

Ze geven in hun blik
hun ik niet prijs.
Ons dagelijks druk gedoe
brengt hen niet van de wijs.

Genageld aan de muur
zijn zij van lange duur:
Een eeuwigheid
van uur tot ieder uur.