Ik mag van Papa op de badrand zitten om te kijken hoe hij zich scheert. Mama is er niet. Ze schrijft in het huishoudboekje of mest een kast uit. Papa heeft de wasbak vol water laten lopen. Hij doopt zijn kwast erin en smeert ermee over zijn wangen, zijn kin, zijn snor. Zorgvuldig zet hij de kwast op zijn kont op het glazen plankje en veegt de staaf scheerzeep langs zijn stoppels. Weer de kwast, die nu driftig rondjes draait tot het sopt en borrelt en bruist.
In de asbak op de wastafel ligt een sigaret. Papa steekt hem tussen zijn lippen, trekt eraan en blaast, zodat zijn witte baard verscholen gaat achter een wolk. De zoetige zeep mengt zich met de scherpe sigarettenrook. Papa geur. Hij pakt het mes in zijn ene hand en trekt met de wijsvinger en middelvinger van zijn andere hand zijn huid glad. Het mes schraapt over de stoppels van zijn oor naar zijn kin. Voorzichtig. Tot er een rand schuim op ligt die Papa eerst eraf moet schudden in het water. Een baan gladde wang ligt tussen de sneeuwhopen. Weer gaat het mes naar zijn gezicht, weer schudt hij een vlok schuim in het water. Als ik opsta om te kijken liggen er allemaal ijsbergjes te drijven in de bak. “Groenland,” zegt Papa, terwijl hij nog een trekje neemt van zijn sigaret. Hij lacht erbij.
No comments:
Post a Comment