Wednesday, June 21, 2006

Willenik

-
Het is donker geworden. De wind kletst de regen tegen de ruiten. Bennie is zijn bed uitgegleden en loopt op blote voetjes over het zeil. Vanaf de gangmuur loeren de bolle ogen van het Indische masker. Hij zwaait ernaar met zijn arm, waardoor de lange tong op en neer gaat wippen. Bij de trap gluurt hij door de spijlen omlaag. Aan de ronde tafel in de kamer zitten vader en moeder. Vader schrijft een brief. Moeder naait een knoop aan een jas. Op de ramen biggelen honderden beekjes in het licht van de straatlamp.
Moeder staat op en doet de gordijnen dicht.
Maar het helpt niet. Ze is er toch, als een zucht, een schim die dwarrelt door de kamer. Ze verschuift de kopjes op het theeblad. Ze veegt met haar hand over het bruin gestreepte tafelkleed. Ze aait langs een bloem in de vaas.
De pen van vader krast op het papier. Moeder stopt een sok. Ze buigt diep voorover om de schaduw over zich heen te laten gaan.
Nu zegt de schim iets tegen de vader. Bennie heeft het niet gehoord, maar vader kijkt op van zijn brief en staart naar de deur. “Willenik . . . ,” antwoordt hij.
Moeder heeft gehoord, dat vader Willenik antwoordt. Ook zij antwoordt. Ze trekt haar lippen strak in een dunne rechte streep.

No comments: